Terug naar inhoudsopgave

Werken met profielen: Gebruikershandleiding Intel(R) PRO/Wireless 2915ABG-netwerkverbinding



Wizard Profiel - Overzicht

U kunt de wizard Profiel gebruiken om een profiel te maken voor de verbinding met een bepaald draadloos netwerk.

Wanneer de Intel Configuratieservice een beschikbaar netwerk detecteert en de adapter niet is gekoppeld aan een ander draadloos netwerk, wordt de pagina Verbinding maken met een draadloos netwerk weergegeven. Selecteer een netwerk in de lijst Beschikbare netwerken van Intel PROSet/Wireless en klik op Configureren.

  1. De pagina Algemene instellingen wordt weergegeven met de netwerknaam en de uitvoermodus voor het geselecteerde netwerk. U kunt de geïdentificeerde naam van het draadloze netwerk (SSID) niet wijzigen, maar de weergegeven profielnaam kan wel worden gewijzigd.

  1. Klik op Volgende om de pagina Beveiligingsinstellingen van de wizard Profiel weer te geven. Hiermee wordt een queryproces gestart voor het toegangspunt om te bepalen welk niveau van beveiliging vereist is voor het geselecteerde netwerk. Zie Beveiliging instellen voor meer informatie.

  2. Als de vereiste beveiligingsinstellingen zijn vastgesteld, klikt u op Volgende.

  3. De pagina Beveiligingsinstellingen wordt weergegeven met de informatie die moet worden ingevoerd om verbinding te maken met het netwerk. Bijvoorbeeld: als een infrastructuurnetwerk met WEP-codering is geselecteerd, wordt informatie over de WEP-codering en de sleutelindex weergegeven en hoeft alleen maar de WEP-netwerksleutel te worden ingevoerd. Als u niet weet wat u moet opgeven voor de benodigde netwerkinstellingen, neemt u contact op met de systeembeheerder.

 


Een nieuw profiel maken

Gebruik de wizard Profiel om een nieuw profiel te maken.

Als u in de lijst Beschikbare netwerken een netwerk selecteert en dan op Configureren klikt, begeleidt de wizard Profiel u bij het maken van een profiel en de verbinding met het netwerk. Tijdens dit proces probeert de wizard Profiel de goede beveiligingsinstellingen voor u te detecteren.

Ga als volgt te werk om een nieuw profiel te maken en een verbinding met een netwerk tot stand te brengen:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Toevoegen. De wizard Profiel wordt gestart en de pagina Algemene instellingen wordt weergegeven.

  1. Typ de profielnaam in het tekstvak Profielnaam.
  2. Typ de naam van het draadloze netwerk (SSID) in het tekstvak.
  3. Selecteer de uitvoermodus: Netwerk of Apparaat naar apparaat.
  4. Klik op de knop Geavanceerd om de volgende opties te zien:

 

 

 

  1. Klik op de pagina Algemene instellingen op Volgende. De pagina Beveiligingsinstellingen verschijnt.

 

 

  1. Op de pagina Beveiligingsinstellingen wordt de huidige beveiligingsstatus van het toegangspunt weergegeven. Klik op Volgende om de opties voor netwerkverificatie en gegevenscodering op te geven.

  2. Selecteer de opties voor netwerkverificatie en gegevenscodering. Geef de instellingen voor de coderingssleutel op en configureer de vereiste 802.1x-instellingen. Zie Beveiligingsinstellingen voor meer informatie.

  3. Klik op OK wanneer u klaar bent met de profielinstellingen. De wizard Profiel wordt afgesloten en u keert terug naar het hoofdvenster van  Intel PROSet/Wireless. Als u profielinstellingen wilt wijzigen of verifiëren, klikt u op de knop Vorige.

  4. Als u nog geen verbinding heeft met een netwerk, detecteert Intel PROSet/Wireless het nieuwe profiel en wordt automatisch geprobeerd om een verbinding tot stand te brengen met gebruikmaking van het nieuwe profiel.

  5. Als u de verbinding met het draadloze netwerk handmatig tot stand wilt brengen, klikt u op Verbinden. Met een verbindingspictogram wordt de huidige verbindingsstatus aangegeven. Tevens worden de netwerknaam, de snelheid bij verzenden en ontvangen en de signaalkwaliteit weergegeven.


Een bestaand profiel bewerken

Ga als volgt te werk om een bestaand profiel te bewerken:

  1. Selecteer in de profiellijst het profiel dat u wilt bewerken.
  2. Klik op Eigenschappen. Op de pagina's Algemene instellingen en Beveiligingsinstellingen worden alle profielinstellingen getoond en kunnen deze worden gewijzigd.
  3. Klik op Volgende en Vorige om alle algemene instellingen en beveiligingsinstellingen te zien.

 


Een profiel verwijderen

Ga als volgt te werk om een profiel te verwijderen:

  1. Selecteer in de profiellijst het profiel dat u wilt verwijderen.
  2. Klik op Verwijderen om het profiel te verwijderen.

 

Opmerking: U kunt niet alle profielen uit de profiellijst verwijderen. De lijst dient minimaal één profiel te bevatten.

 


Profielen importeren en exporteren

Opmerking: Een profiel dat met een wachtwoord is beveiligd, kan worden geïmporteerd en geëxporteerd, maar om het profiel te bewerken, moet het wachtwoord worden ingevoerd. Zie Een profielwachtwoord instellen voor meer informatie.

Profielen exporteren

Ga als volgt te werk om profielen te exporteren uit de profiellijst:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Importeren/exporteren in het menu Profielen.
  2. Selecteer het profiel of de profielen in de lijst.
  3. Geef de doelmap op de harde schijf op. U kunt de knop Bladeren gebruiken om naar een bepaalde map te gaan.
  4. Klik op OK als de profielen zijn geëxporteerd.
  5. Klik op Sluiten om het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless.

Profielen importeren

Ga als volgt te werk om profielen te importeren in de profiellijst:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Importeren/exporteren in het menu Profielen.
  2. Klik op Importeren.
  3. Zoek het profiel dat u wilt importeren op de harde schijf of typ de profielnaam in het vak Bestandsnaam. De extensie van profielbestanden is .profile of .p50. Het maakt niet uit in welke directory op uw computer u de te importeren profielen plaatst.
  4. Klik op Importeren om het profiel te importeren in de profiellijst.
  5. Klik op Sluiten om terug te keren naar het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless. Het geïmporteerde profiel wordt weergegeven in de profiellijst en kan worden gebruikt.

Een profielwachtwoord instellen

Opmerking:

Een profiel dat met een wachtwoord is beveiligd, kan worden geïmporteerd en geëxporteerd, maar om het profiel te bewerken, moet het wachtwoord worden ingevoerd.

Ga als volgt te werk om een wachtwoord in te stellen voor een bestaand profiel:

  1. Klik in het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless op Eigenschappen. De pagina Algemene instellingen verschijnt.
  2. Klik op Geavanceerd.
  3. Klik op Dit profiel beveiligen met een wachtwoord.
  4. Wachtwoord: Geef het wachtwoord op.
  5. Wachtwoord bevestigen: Geef het wachtwoord nogmaals op.
  6. Klik op OK om de instelling op te slaan en terug te keren naar de pagina Algemene instellingen.
  7. Klik op OK. Het hoofdvenster van Intel PROSet/Wireless wordt weergegeven.

 


Beheerdersprofielen

Beheerdersprofielen worden gemaakt met het hulpprogramma voor beheerders.

 

Beheerdersprofielen zijn gewone profielen of gedeelde profielen die worden beheerd door de netwerkbeheerder of de persoon met beheerdersrechten voor deze computer. Gedeelde profielen kunnen worden gebruikt door alle gebruikers van de computer. Eindgebruikers kunnen deze profielen echter niet wijzigen. Ze kunnen alleen worden gewijzigd met het hulpprogramma voor beheerders en dat is beveiligd met een wachtwoord.

 

Er zijn twee soorten beheerdersprofielen: Continu en Vóór aanmelding/gemeenschappelijk.

Continue verbinding

Profielen voor continue verbindingen worden toegepast bij het opstarten en wanneer niemand is aangemeld bij de computer. Wanneer een gebruiker zich afmeldt, zorgt het profiel voor de continue verbinding voor het handhaven van de draadloze verbinding totdat de computer uit wordt gezet of een andere gebruiker zich aanmeldt.

Profielen voor verbindingen vóór aanmelding/gemeenschappelijke verbindingen

Profielen voor verbindingen vóór de aanmelding die worden gedeeld, worden toegepast zodra een gebruiker zicht begint aan te melden. Als ondersteuning van de functie Eenmalige aanmelding (“Gebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding bij Windows gebruiken”) is geïnstalleerd, wordt de verbinding tot stand gebracht als onderdeel van het aanmeldingsproces van Windows (voorafgaand aan de daadwerkelijke aanmelding bij Windows). Als de ondersteuning van de functie Eenmalige aanmelding niet is geïnstalleerd op de computer, wordt het profiel toegepast zodra een gebruikerssessie actief wordt. Gedeelde profielen worden altijd bovenaan weergegeven in de profiellijst. Een gebruiker kan de prioriteit van zijn zelf gemaakte profielen wel wijzigen, maar niet die van gedeelde profielen. Aangezien deze profielen bovenaan staan in de profiellijst, probeert Intel PROSet/Wireless automatisch eerst een verbinding tot stand te brengen met de beheerdersprofielen en pas daarna met de gebruikersprofielen.

Verbinding vóór aanmelding: status

Als de component Eenmalige aanmelding is geïnstalleerd, worden verbindingen vóór de aanmelding ondersteund.

Tijdens het aanmeldingsproces van Windows wordt een statuspagina weergegeven. Op deze pagina wordt de voortgang van het tot stand brengen van de netwerkverbinding getoond. Wanneer de adapter is gekoppeld aan het netwerktoegangspunt, wordt de statuspagina gesloten.


Voorkeursinstellingen van beheerder exporteren

U kunt de opties Beheerdersinstellingen en Beheerdersprofielen gebruiken om gedeelde profielen te configureren en dan te exporteren. De geëxporteerde profielen en instellingen kunnen worden gekopieerd naar de importmap op alle computers waarop Intel PROSet/ Wireless staat. Ze worden geëxporteerd als één pakket.

Dialoogvenster Voorkeursinstellingen van beheerder exporteren

Naam

Omschrijving

Voorkeursinstellingen van beheerder exporteren

Stap 1: Selecteer de voorkeuren die u wilt exporteren:

  • Beheerdersinstellingen: Hiermee worden alle instellingen geëxporteerd, waaronder ook de controle over referenties in de cache en instellingen voor de samenwerking met Microsoft Windows XP.

  • Beheerdersprofielen: Hiermee worden alle profielen voor continue verbindingen en gemeenschappelijke verbindingen geëxporteerd.

Stap 2: Selecteer het doelbestand:

  • Knop Bladeren: Selecteer de doeldirectory. Het doelbestand voor de export heeft de extensie .sso. Het pad van de directory verschijnt in het venster voor de doeldirectory.

Stap 3: Exporteer de geselecteerde voorkeursinstellingen:

  • Knop Exporteren: Hiermee wordt het exporteren van profielen naar de doelmap gestart.

Sluiten

Hiermee sluit u de pagina.

Hulp?

Hiermee kunt u de Help-informatie voor deze pagina bekijken.

 


Automatische profieldistributie

De voorziening Automatisch importeren inschakelen kan door de netwerkbeheerder worden gebruikt om een profiel automatisch te distribueren naar computers die met het netwerk zijn verbonden. Deze profielen kunnen op de clientcomputer automatisch worden geïmporteerd vanuit de directory \Program Files\Intel\Wireless\AutoImport. De optie Automatisch importeren inschakelen is te vinden op de pagina Geavanceerde instellingen. U krijgt toegang tot deze pagina met de knop Geavanceerd op de pagina Algemene instellingen van de wizard Profiel.

Het profiel moet gekopieerd worden naar een specifieke directory op de hostcomputer en kan van daaruit naar meerdere computers worden gedistribueerd. Wanneer het profiel op afstand wordt ontvangen door een andere computer, wordt het automatisch beschikbaar gemaakt voor gebruik vanuit de profiellijst. Als een poging wordt gedaan om een gedistribueerd profiel dat met een wachtwoord beveiligd is, te bewerken, wordt gevraagd om het wachtwoord.

Het automatisch importeren van profielen wordt mogelijk gemaakt doordat de importmap op de harde schijf regelmatig wordt gecontroleerd op nieuwe profielbestanden. Alleen profielen waarvoor Automatisch importeren inschakelen is geselecteerd, kunnen automatisch geïmporteerd worden. Als er al een profiel met dezelfde naam bestaat in de profiellijst, wordt een dialoogvenster weergegeven waarin het profiel afgewezen of geaccepteerd kan worden. Bij acceptatie wordt dan het bestaande profiel vervangen. Alle geïmporteerde profielen worden onderaan de profiellijst geplaatst en het profielbestand wordt onmiddellijk na het importeren verwijderd, ongeacht of het importeren gelukt is of niet.

Ga als volgt te werk om een profiel in de profiellijst te importeren:

  1. Selecteer het profiel in de profiellijst en klik vervolgens op de knop Eigenschappen.
  2. Klik op de knop Geavanceerd.
  3. Selecteer Automatisch importeren inschakelen.
  4. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.
  5. Klik op OK om de pagina Algemene instellingen te sluiten.  
  6. Exporteer het profiel uit de profiellijst. Zie Profielen importeren en exporteren voor meer informatie.
  7. Kopieer het geëxporteerde profiel van de huidige map naar de map Program Files\Intel\Wireless\AutoImport. Het profiel is nu klaar voor distributie naar andere computers.

 


Ondersteuning van Eenmalige aanmelding en het welkomstscherm en Snelle gebruikerswisseling van Windows XP

De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld als de ondersteuning van Eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

 

De functie Eenmalige aanmelding (“Gebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding bij Windows gebruiken”) is bedoeld voor bedrijfsnetwerken, waarin gebruikers zich over het algemeen aanmelden bij hun computer met een gebruikersnaam, wachtwoord en domein. Als Snelle gebruikerswisseling wordt gebruikt, wordt aanmelding bij een domein niet ondersteund.

 

Opmerking:

Snelle gebruikerswisseling van Windows is standaard ingeschakeld als u Windows XP Home Edition gebruikt. De functie is met name bedoeld voor de thuisgebruiker en is beschikbaar in Windows XP Professional als u het besturingssysteem installeert op een zelfstandige of een via een werkgroep verbonden computer. Als een computer met Windows XP Professional wordt toegevoegd aan een domein, is de functie Snelle gebruikerswisseling niet beschikbaar.

 

 


Terug naar inhoudsopgave

Voorwaarden voor het gebruik