Een profiel maken
|
Sla netwerkinstellingen en instellingen voor netwerkapparaten op in een profiel. Als u verschillende netwerken gebruikt, kunt u een profiel voor elke reeks netwerkinstellingen maken en opslaan. |
Hier leest u hoe u netwerkverbindingen optimaal configureert en hoe u profielen creëert waarmee u verbinding kunt maken met het kantoornetwerk, het thuisnetwerk en netwerken van zakenrelaties.
1 |
Verbinding maken met het kantoornetwerk en een profiel maken |
|
Het profiel Kantoor |
|
Internetinstellingen |
"Een proxyserver gebruiken voor uw LAN" is geselecteerd en er zijn proxyadressen ingesteld.
|
Apparaten |
Bedrade netwerkapparaten zijn ingeschakeld.
|
TCP/IP-instellingen |
De DHCP-instelling is uitgeschakeld. Het IP-adres is ingesteld op 192.168.0.101, het subnetmasker op 255.255.255.0, het standaardgatewayadres op 192.168.0.1 en het adres van de DNS-server op 192.168.0.1. |
Firewallinstellingen voor internetverbindingen |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Standaard inbelverbinding |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Standaardprinter |
Ingesteld op kantoorprinter. |
Instellingen voor bestands- en printerdeling |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Bluetooth-beveiligingsniveau |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
|
Het dialoogvenster Profiel toevoegen openen
|
|
Een profielomschrijving maken
|
|
Een profiel maken
|
|
|
|
Het gemaakte profiel controleren
|
|
|
De profieldetails controleren
|
|
Het venster Details weergeven
|
2 |
Verbinding maken met het thuisnetwerk en een profiel maken |
|
Het profiel Thuis |
|
Internetinstellingen |
LAN-instellingen (instellingen voor de proxyserver en dergelijke): "Een proxyserver gebruiken voor uw LAN" is niet geselecteerd.
|
Apparaten |
Draadloze netwerkapparaten zijn ingeschakeld.
|
TCP/IP-instellingen |
De DHCP-instelling is ingeschakeld. Het IP-adres, subnetmasker en adres van de standaardgateway zijn geconfigureerd voor automatisch ophalen.
|
Firewallinstellingen voor internetverbindingen |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Standaard inbelverbinding |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Standaardprinter |
Ingesteld op thuisprinter. |
Instellingen voor bestands- en printerdeling |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Bluetooth-beveiligingsniveau |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
|
Het dialoogvenster Profiel toevoegen openen
|
|
Een profiel maken
|
|
Het gemaakte profiel controleren
|
3 |
Een profiel voor een mobiele inbelverbinding maken |
|
Het profiel Mobiel |
|
Internetinstellingen |
LAN-instellingen (instellingen voor de proxyserver en dergelijke): "Een proxyserver gebruiken voor uw LAN" is niet geselecteerd.
|
Apparaten |
Bedrade en draadloze netwerkapparaten en infraroodapparaten zijn uitgeschakeld.
|
TCP/IP-instellingen |
Deze instellingen worden niet vastgelegd. |
Firewallinstellingen voor internetverbindingen |
Firewall gebruiken |
Standaard inbelverbinding |
"Inbelverbinding 1" is geselecteerd.
|
Standaardprinter |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
Instellingen voor bestands- en printerdeling |
Bestands- en printerdeling is uitgeschakeld |
Bluetooth-beveiligingsniveau |
Deze instelling wordt niet vastgelegd. |
|
Het dialoogvenster Profiel toevoegen openen en een profiel maken
|
|
Het gemaakte profiel controleren
|
4 |
Een profiel bewerken |
U kunt een profiel dat u hebt gemaakt bewerken. Zo kunt u de volgende items bewerken: de profielnaam, opmerkingen, het profielpictogram, de instelling Automatisch schakelen en de toepassing die na profielwisseling moet worden gestart. |
|
Het dialoogvenster Profiel bewerken openen
|
|
Items die u kunt bewerken
|
|
Een nieuw profielpictogram registreren |